Ze is sterk, niet perse fysiek, maar vooral qua uitstraling. Als er iets misgaat, is zij degene aan wie je je wilt vastklampen, want ze lost het op, maar vandaag is het anders. Ze kijkt me nauwelijks aan als ze binnenkomt en loopt moeilijk. Nadat ik wat te drinken heb gehaald probeer ik oogcontact met haar te maken, maar het lijkt erop dat de pijn die ze heeft haar afgeleid.
In 2020 kreeg ze borstkanker waarvoor ze werd geopereerd, chemotherapie heeft gehad en hormonale therapie. Vorig jaar hebben we gesprekken gevoerd omdat het niet meer ging. Gewend aan het hebben van tomeloze energie en altijd uit de put kunnen klauteren was daar toch de man met de hamer.
Martine is altijd een harde werker geweest. Naast haar 40urige werkweek had ze nog 3 vrijwilligersbanen, en een gezin met 3 kinderen waar ze alleen voor stond. Ze houdt van extreme sporten, kan moeilijk nee zeggen en vindt eigenlijk alles leuk. Inmiddels is ze opnieuw getrouwd en druk met spiritualiteit en met name het boeddhisme. Ze is minder gaan werken en ondertussen gestart met hardlopen, ademtherapie en ijsbaden.
Na een ‘wat een lekker weer praatje’ wacht ik even af wat er komt en het voelt gek, maar het lijkt net of Martine niet aanwezig is. Wel fysiek uiteraard want ik zie haar zitten, maar dat is ook alles.
Ze had al dagen pijn aan haar rug en op een gegeven moment was het zo heftig dat ze naar het ziekenhuis zijn gegaan. Op de spoedeisende hulp wordt ze er een CT-scan gemaakt en daar blijkt dat ze een hernia heeft, maar op de beelden worden ook meerdere vlekjes gezien wat zou kunnen passen bij uitzaaiingen van haar eerder doorgemaakte borstkanker. Ze wordt op een eenpersoonskamertje gelegd en daar volgt een gesprek met de neuroloog waardoor haar hele wereld instort….
Een opname volgt om haar pijn onder controle te krijgen en na een paar dagen mag ze naar huis. Thuis volgen er gesprekken, met haar partner, de kinderen en ook met haar ouders en 2 zussen. Wat nu, wat als. “Weet je Jannet, ook al was het nog niet zeker, je bent er toch de hele tijd mee bezig. Ik ging gelijk weer in de oplossingsmodus, alles regelen voor als ik er niet meer ben en dat gaf rust, een rust die ik helemaal niet ken. Daarnaast willen we emigreren en hebben meteen serieuze plannen gemaakt. Ik zal heus niet meteen doodgaan, maar wil niets meer uitstellen en aan de andere kant boeit het me ook niet meer en dat voelt zo raar.” Ze ratelt nog even door, alsof ik er niet bij ben, midden in haar eigen gedachtestroom.
Na een week wordt er een MRI gemaakt en nog een week later een PET-CT scan, gevolgd door een biopt van het bot en na vier weken van onzekerheid, piekeren en onrust, komt er eindelijk duidelijkheid dat het om hemangiomen gaat: een goedaardige woekering van bloedvaten in haar ruggenwervels. “Ik was zo opgelucht door die uitslag, ik ga dus nog niet dood, maar nu ben ik het even helemaal kwijt. In mijn leven heb ik om de haverklap shit en dat los ik altijd op, tandje erbij, schouders eronder en dat heb ik nu ook gedaan, maar ik weet niet meer waar ik sta.” Er rollen tranen over haar wangen en ik weet even niet wat ik moet zeggen dus is het stil.
In mijn coaching gebruik ik vaak visuele plaatjes of metaforen en ik vraag of ik het mag checken bij Martine. “Ik zie 3 cirkels voor me: in de eerste horen jouw gezin, je familie en je werk. Het is er druk, chaotisch soms, hier is de ‘oude’ Martine op haar best.” Martine knikt, ze ziet het voor zich. “In de 2e cirkel staat Frankrijk, een leven met minder drukte, geen ‘stemmetjes’ meer die er wat van vinden, gewoon zijn.” Ze knikt nog een keer, haar gezicht ontspant en er verschijnt zelfs een kleine glimlach tussen de opgedroogde tranen. “En de derde cirkel?”
Ik voel spanning in mijn eigen lijf, maar toch voelt ik heel sterk dat dit het is en ik check mijn hypothese bij haar: “De derde cirkel is de dood, je bent er in je hoofd even geweest, je had alles geregeld, je was er klaar voor. Er was totale rust, geen verantwoordelijkheden meer, geen bevestiging nodig, helemaal oké…”
Er volgen nog meer tranen, ze knikt. We zijn allebei stil. Dan zegt ze heel zachtjes: “Ik ben daar nog, daar in die laatste cirkel.” Nu ben ik het die knikt, fysiek is ze hier, maar niet met haar hoofd en hart….