Het verhaal van Irma

Op het moment dat ze binnenkomt merk ik aan elke vezel in mijn lijf al dat ze hier niet wil zijn. Ze wil niets te drinken en laat weten na dit gesprek naar haar werk te gaan.

Ik vraag haar hoe ze zich voelt. Daar moet ze even over nadenken, voor ze zegt: “Jannet, ik ben er eigenlijk zo klaar mee! Ik wilde eigenlijk niet naar dit gesprek komen, we zijn nu anderhalf jaar na de diagnose (borstkanker) en ik vind dat het nu maar afgelopen moet zijn.”

Ik vraag haar waar ze dan precies zo klaar mee is en dan komen de tranen. Ze heeft ze anderhalf jaar lang opgespaard. Alles heeft ze krachtig doorstaan, de maandenlange chemo, de borstsparende operatie, de fantastische uitslag die ze daarna kreeg dat ze geweldig op de chemo had gereageerd en er nauwelijks nog een kankercel in haar borst was achter gebleven. Ook de bestraling was haar meegevallen. De hormoontherapie was wel andere koek maar dat zou ze ook wel overleven.

Haar haar was weer terug gekomen en ondanks klachten van neuropathie, opvliegers, labiel zijn van de hormoontherapie, de gewrichtsklachten, de stijfheid in de morgen en de extreme vermoeidheid mocht ze toch niet klagen, zo was haar stelling. Ik vraag haar van wie ze zo hard moet zijn maar daar heeft ze even geen antwoord op.

In de stilte die daarna valt zijn we in gedachten verbonden. Ook ik denk aan mijn eigen leven, hoe ik opgroeide, hoe ik als moeder ben, als partner en in mijn werk en waarom ik doe wat ik doe. En dat antwoord is niet zo simpel, het vraagt om zelfreflectie, naar je diepste binnen te kijken. En dat is pittig, want dat pad is niet altijd mooi, effen en geplaveid.

Samen gaan we op pad.

We maken een stapje terug in de tijd en vraag ik haar hoe zij was als kind. Ze vindt het een rare vraag, maar vertelt me dat ze een “sleutelkind” was, al heel jong. Beide ouders werkten in de zaak en zij moest zichzelf zien te redden na school, wat haar overigens prima af ging. Ze leerde al jong voor zichzelf te zorgen en als ze een keer echt ziek was werd ze naar oma gebracht. Huilen had geen zin, ze was eraan gewend geraakt dat het zo ging. Het was niet altijd makkelijk, maar ze kijkt er zonder rancune op terug. Het was gewoon zo en daar heeft ze wel vrede mee. Er stonden ook een hoop mooie herinneringen tegenover van fijne uitjes, etentjes en mooie vakanties waarin er veel aandacht was voor elkaar.

Nu ze een eigen gezin heeft zorgt ze er wel voor dat het anders gaat. Ze werkt parttime en is zorgzaam, heel anders dan haar eigen moeder, ook al begrijpt ze haar wel. Naast haar parttime job zorgt ze voor haar schoonmoeder die ernstig ziek is en veel hulp nodig heeft. Haar man maakt lange werkdagen en is vaak laat thuis. Hun zoon is een schat, maar heeft een zware tijd achter de rug wat ook zijn weerslag heeft gehad op het gezin.

Doordat ze zelf ziek werd heeft ze de zorg voor haar schoonmoeder moeten overdragen aan professionele hulp, wat voor haar een grote stap was.

Haar man en de buurvrouw, die een goede vriendin is geworden en waar ze een fijn contact mee heeft zijn er altijd voor haar, maar nu alles achter de rug is gaat iedereen weer gewoon door en dat wil ze zelf ook. Terug naar haar ‘oude leven’.

Haar baas  geeft haar alle ruimte, ze werkt weer 2 dagen van 3 uur en zou mogen uitbreiden maar het hoeft nog niet. Ook al zou ze het willen, het lukt haar niet en daar snapt ze niets van. “Het is net of ik anderhalf jaar heb overgeslagen”. “Als ik iets uit moet zoeken van waar ik was gebleven met mijn werk dan kijk ik in de archieven van 2016, maar dat heeft helemaal geen zin, want toen was ik helemaal niet aan het werk!” Ze kan zich moeilijk concentreren en is kapot als ze na haar werk naar huis gaat. Het is een grote frustratie aan het worden dat de dingen niet zo gaan als vanouds. Ze doet toch zo haar best. Ze gaat naar de oncologische revalidatie om weer fit te worden. Volgende week is ze van plan haar yoga weer op te pakken. Eigenlijk wordt ze al moe bij het idee dat ze dat ook nog moet, maar het is toch goed voor haar?

Ik kan me herinneren dat ik ooit tijdens mijn opleiding een ruwe bolster werd genoemd met blanke pit. Een harde tante aan de buitenkant, maar van binnen lief en zorgzaam. Toen vond ik dat best moeilijk om te horen, maar nu ik ouder ben begrijp ik het veel beter. En het past eerlijk gezegd nog steeds bij me. Ook ik kan een muurtje opbouwen, ‘zelf doen’ is ook mijn motto, maar wat is het heerlijk als er voor je wordt gezorgd. En daar ligt nou net het probleem, want dat moet je wel toelaten en daarmee lief zijn voor jezelf.

Uiteindelijk hebben we een lang gesprek. De anderhalf jaar blijken verpakt in een doos met een dikke laag beton eromheen gesmeerd. Het staat op de plank en die staat op het punt om door te zakken en naar beneden te komen.

Volgende week komt ze terug voor een vervolggesprek. Eens kijken of we dat betonblok met een hijskraan van de plank kunnen krijgen en langzaam kunnen uitpakken.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *


De verificatie periode van reCAPTCHA is verlopen. Laad de pagina opnieuw.