Het verhaal van Gea en Arend (2)

2019: Ze werkt in de zorg en als ik haar vertel dat zorgverleners de moeilijkste patiënten zijn dan moeten we samen hard lachen. Ze herkent het wel. In de zorg zijn we zo gewend om voor een ander te zorgen en wanneer de rollen omgedraaid worden lijkt het alsof dat ingaat tegen onze natuur. We denken te weten hoe het is om patiënt te zijn want we staan altijd aan de rand van het bed, maar patiënt zijn is toch wel een ‘vak’, iets wat je moet leren, Gea dus ook. Zo begon ik haar verhaal drie jaar geleden….

2022: Ze heeft net het verwoestende nieuws gekregen dat de kanker weer terug is. De knuffel die ik haar geef maakt het verdriet los wat ze zo goed verborgen kan houden door haar altijd goed gemutste karakter en de schaterlach die er standaard op volgt.

Na een slopende behandeling de eerste keer heeft het lange tijd geduurd voor ze haar conditie weer terug had. Ze houdt van hardlopen en heeft al vele marathons op haar naam staan. Daarnaast is ze is trainer bij haar vereniging en helpt anderen om zo goed mogelijk voorbereid zo’n lange tocht te volbrengen. We volgen elkaar op Strava (een soort facebook voor sporters) en ik zag haar maanden worstelen om weer 10 km te kunnen rennen, maar het lukt en nu staat ze weer aan het begin van een marathon, maar dan van behandelingen.

Wanneer ik haar na twee kuren tegen kom in de gang vraag ik haar hoe het gaat. Ze zegt niets, maar haar gezicht spreekt boekdelen. “Kom een keer langs, dan hebben we het erover” zeg ik en zo zit ze vlak daarna bij me, vol weerstand. “Ja, geen weerstand tegen jou hoor” zegt ze, “maar vooral als ik de kurenkamer in moet stappen, want ik weet wat me te wachten staat en hoe ziek ik daarvan word.” Na de meeste zinnen volgt weer die schaterlach, haar manier om de dingen luchtig te maken, maar nu werkt het niet meer.

We doen een oefening die iets van de weerstand doet afnemen maar het blijft moeilijk. Ze is ongeveer 12 dagen ziek en daarna 8 dagen redelijk de oude, voordat het hele ritueel weer begint.

“Hoe bereid jij je voor op een marathon?” Het is een vraag die haar een beetje verrast, maar ze heeft altijd duidelijk een plan voor ogen. Goed trainen, goed rust nemen, eten, genoeg drinken, gelletjes, letten op je hartslag en dan lukt het haar wel. “En de man met de hamer?” vraag ik dan. “Oh die komt wel voorbij hoor, maar ik weet dat ik daar doorheen kan lopen, ik neem dan even gas terug, maar als ik de knop om heb, dan kan ik toch doorlopen.” Aan haar gezicht zie ik dat er een belletje gaat rinkelen en ik wacht even met een nieuwe vraag. “Mmm, dit is wel stof tot nadenken merk ik, als je dit metaforisch bekijkt” zegt ze, de lach blijft even achterwege en een diepe frons volgt.  Ik knik, we zitten op dezelfde golflengte. “Net als ziek zijn, dat moest je ook leren” is mijn antwoord.

“Weet je, ik zie het altijd meteen, of een hardloper die ik train de marathon zal halen. Even los van blessures, is het meestal een mentale kwestie. Bijvoorbeeld bij een interval: Tienmaal de 400 meter lopen, merk je dat je 10% minder hard gaat dan mag je ophouden, want dan wordt het niet meer beter aan het einde.

Wanneer je gaat nadenken tijdens het lopen, twijfelt of je het wel kan, of je wel genoeg hebt getraind, als je gaat balen dat anderen sneller gaan of dat je zelf minder hard gaat dan je had gepland, als je luistert naar je pijntjes dan lukt het gewoonweg niet. De kunst is om in een cadans te komen, een continu tempo en daar ben ik dan weer heel goed in, met hardlopen bedoel ik dan hé.” Ze lacht hard en schudt haar hoofd. “Ik heb mijn eigen antwoord gegeven over hoe nu verder.” Ik knik en lach met haar mee.

Chemokuren zijn geen wedstrijd, maar een wedstrijdmentaliteit helpt wel: je goed voorbereiden, zo fit mogelijk zijn, weten dat het zwaar wordt en je de man met de hamer tegen gaat komen, maar ook weten dat je weer op zult knappen. De cadans vinden van opstaan, zorgen voor jezelf én je laten verzorgen en doorgaan in de volgende ronde.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *